Rechter stelt bewaarplicht telecomgegevens buiten werking
De eisende partijen stelden dat de Nederlandse bewaarplicht in strijd met fundamentele grondrechten is die privéleven, communicatie en persoonsgegevens beschermen. Dat was vorig jaar ook het oordeel van zowel het Europese Hof van Justitie als de Nederlandse Raad van State. De inmiddels opgestapte minister Opstelten van Veiligheid en Justitie weigerde echter de bewaarplicht buitenwerking te stellen.
Volgens de rechter maakt de wet inbreuk op het recht op "eerbiediging van privéleven" en het recht op bescherming van persoonsgegevens. De rechter is van oordeel dat deze inbreuk niet is beperkt tot het strikt noodzakelijke en stelde daarop de wet buiten werking. Verder oordeelde de rechter dat de Staat de proceskosten moet betalen.
Volgens advocaat Fulco Blokhuis van Boekx Advocaten heeft de rechter nu een einde gemaakt aan het verplicht bewaren van communicatiegegevens van iedereen, inclusief niet-verdachte burgers. "Het belang van privacy weegt terecht zwaarder. Het oordeel van de rechter is in lijn met adviezen van het College Bescherming Persoonsgegevens en de Raad van State", zo laat hij op het weblog van VoIP-aanbieder Voys weten.
Collega-advocaat Otto Volgenant noemt de uitspraak geen verrassing. "De Nederlandse wet was in strijd met het Europese recht. Dat is nu rechtgezet. Het was beter geweest als het kabinet uit eigen beweging de wet had aangepast. Maar als de wetgever stil blijft zitten, dan kan de rechter ingrijpen. Zo werkt dat in een rechtsstaat. Dit is een overwinning voor journalisten en advocaten die moeten kunnen rekenen op de vertrouwelijkheid van hun communicatie. En dit is vooral een overwinning voor de privacy van alle burgers."