19 January 2013, 13:54
Nederlanders kijken per maand gemiddeld drie uur aan tv-programma's later terug. Dat blijkt uit cijfers van Stichting Kijkonderzoek. Het uitgesteld kijken wint snel aan populariteit, blijkt uit de jaarcijfers van de stichting die kijkcijfers bijhoudt.
Het aandeel van later terugkijken van tv-programma's steeg in 2012 licht, van 2,9 naar 3,2 procent, zo blijkt uit de cijfers in het bericht dat Stichting Kijkonderzoek uitstuurde. De lichte stijging betekent nog altijd dat de gemiddelde Nederlander per maand drie uur aan programma's terugkijlkt. Het opnemen en terugkijken van programma's valt daar niet onder; die worden apart gemeten.
De cijfers van Stichting Kijkonderzoek vormen een contrast met die van de dienst Uitzending Gemist van de Publieke Omroep; die claimt een stijging van 50 procent. Dat duidt erop dat het terugkijken van programma's via diensten van RTL en SBS is afgenomen. Vermoedelijk komt dat doordat die diensten in toenemende mate geld vragen voor het terugkijken van programma's.
Het terugkijken via een harddisk-recorder steeg van 2,9 naar 3,4 procent. Dat cijfer is echter vertekend: bij de uitsplitsing per maand, die te vinden is in de bijlage van het onderzoeksrapport, blijkt dat mensen in juni nog twee uur en drie kwartier per maand naar video op hun harddiskrecorder keken, in december was dat opgelopen tot gemiddeld meer dan vier uur en drie kwartier. Dat is een gemiddelde over alle Nederlanders, dus niet alleen Nederlanders die daadwerkelijk een harddisk-recorder in huis hebben.
Gepost op 19 januari 2013 om 11:34.
Lees het complete artikel via deze link.
Het aandeel van later terugkijken van tv-programma's steeg in 2012 licht, van 2,9 naar 3,2 procent, zo blijkt uit de cijfers in het bericht dat Stichting Kijkonderzoek uitstuurde. De lichte stijging betekent nog altijd dat de gemiddelde Nederlander per maand drie uur aan programma's terugkijlkt. Het opnemen en terugkijken van programma's valt daar niet onder; die worden apart gemeten.
De cijfers van Stichting Kijkonderzoek vormen een contrast met die van de dienst Uitzending Gemist van de Publieke Omroep; die claimt een stijging van 50 procent. Dat duidt erop dat het terugkijken van programma's via diensten van RTL en SBS is afgenomen. Vermoedelijk komt dat doordat die diensten in toenemende mate geld vragen voor het terugkijken van programma's.
Het terugkijken via een harddisk-recorder steeg van 2,9 naar 3,4 procent. Dat cijfer is echter vertekend: bij de uitsplitsing per maand, die te vinden is in de bijlage van het onderzoeksrapport, blijkt dat mensen in juni nog twee uur en drie kwartier per maand naar video op hun harddiskrecorder keken, in december was dat opgelopen tot gemiddeld meer dan vier uur en drie kwartier. Dat is een gemiddelde over alle Nederlanders, dus niet alleen Nederlanders die daadwerkelijk een harddisk-recorder in huis hebben.
Gepost op 19 januari 2013 om 11:34.
Lees het complete artikel via deze link.