Politiek zegt 'nee' tegen internetfilter
Ook minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie is geen voorstander meer van het blokkeren van websites met kinderporno, waardoor het filter van tafel lijkt te zijn. Net als de Tweede Kamer vindt Opstelten een internetfilter 'geen probaat middel' om seksueel kindermisbruik te bestrijden.
Eerder zeiden de internetproviders al niets meer te zien in een internetfilter tegen kinderporno, dat eigenlijk op 1 april 2010 al van kracht had moeten worden. Volgens de internetproviders zou kinderporno steeds meer via andere kanalen dan het web worden verspreid, waardoor het blokkeren van websites weinig zin meer zou hebben: er zouden 'nagenoeg geen' kinderpornosites meer over zijn om te blokkeren.
In februari sprak het Europees Parlement zich nog uit tegen het blokkeren van kinderpornosites. Afbeeldingen kunnen beter worden verwijderd, vonden de parlementsleden; een filter zou eenvoudig te omzeilen zijn. Ze stemden tegen een plan van de Europese Commissie om EU-lidstaten te verplichten internetfilters tegen kinderporno in het leven te roepen. Het ging echter om een oriënterende stemming; het plan is nog niet definitief afgeschoten.
Dinsdag bleek dat het CDA voorstander is van een verplichting om encryptie-wachtwoorden af te geven bij verdenking van kinderporno. Wie zijn wachtwoorden voor versleutelde bestanden niet zou willen afgeven, zou een flinke straf tegemoet kunnen zien, wat het CDA betreft.